Spaanse Pyreneeën

De kop is eraf. Ruim 600 kilometers Spanje liggen achter ons. Het idee is om de komende weken een ronde door heel Spanje te maken én om daar voldoende tijd voor te nemen. Traag reizen dus. 

N260

Bij Le Pethrus, zuidelijk van Perpignan, rijden we de grens over en bij Figueres draaien we naar het westen. We volgen de N260. Dé route voor motorrijders blijkt. En voor vlinders. 

De omgeving is indrukwekkend mooi. Na iedere bocht vergapen we ons aan een nieuw vergezicht. Rotsen kleuren van roodbruin naar gelig en allerlei tinten grijs. Er is veel begroeiing. Zelfs als we op een hoogte van meer dan 1700 meter rijden. Roofvogels zweven nog veel hoger in de lucht. Berggeiten vinden hun weg zonder problemen op de steile rotsen.

Soms is de weg smal. Een tegemoetkomende vrachtwagen schuurt langs de vangrail. Soms komt het tot een botsing. De inzittende van de laatste auto die dan aansluit stapt uit en waarschuwt de aankomende auto of motorrijder. 

Hoe wij kamperen

Eenmaal op een camping trekken we aan het touwtje, gasveren duwen de daktent open en ons slaaphutje komt tevoorschijn. Daarna de luifel eraan. Alleen als het regent, gaat de tent ervoor. Een oud zonnepaneel van de boot voorziet ons van stroom. We filteren water uit de kraan tot drinkwater. Gewoon voor de zekerheid. Soms eten we een dagmenu, soms maken we zelf wat. Een brander op zo'n blauw camping gasflesje voldoet voor koffie of een eenvoudige maaltijd. En in een emmer doen we handwasjes. 

Om voldoende de omgeving en sfeer in ons op te nemen, blijven we minimaal twee nachten op een camping. Staan we eenmaal goed en wel dan zoeken we meestal al snel de volgende plek en route uit. Zo belanden we ook in Artieda. De af te leggen afstand is gunstig, de camping lijkt goed. 

Artieda

Google Maps en de bordjes langs de weg geven tegenstrijdige boodschappen. We volgen de bordjes langs de weg. Nog verder het dorpje in omhoog lijkt onlogisch. Van asfalt rijden we een grindweg op en staan dan voor een verlaten terrein. De poort is altijd open staat in het Spaans op een bordje en op één van de blokhutten hangt in drie talen een papier met de melding dat inchecken bij de bar/restaurant verplicht is. 

We parkeren zo dat we met zicht op Embalse de Yesa voor de auto kunnen zitten en lopen van het terrein verder het dorp in. Bronzen schelpen in het wegdek duiden erop dat de weg uiteindelijk leidt naar Santiago de Compostela. Wij stoppen bij de herberg, tevens bar/restaurant en ook receptie voor de camping. Het uitzicht is aan alle kanten magnifiek. 

En het is er zo stil dat we 's nachts iemand in de verhuurde blokhut, tien meter verderop, horen snurken. Stil totdat de vogels aan hun dag beginnen of stil totdat er honden in het dal beginnen te blaffen. En één daarvan urenlang aanhoudt. 

En zo is natuurlijk overal wel iets

Het meest lastig vinden we geluid van en door mensen. Slotavond van een kinderkamp tot middernacht of niet fijne muziek van andere kampeerders als je zelf behoefte hebt aan stilte. 

Het meest fijn vinden we het om permanent buiten te leven, de prachtige natuur, het mooie weer en de intens blauwe luchten. 

Opnieuw beseffen we, reizen is verwonderen, en reizen is aanpassen. Naast al het moois maakt reizen ons bewust van onze patronen. Of we nu met de boot reizen of op deze manier. 

Gerlinde Zoodsma
10 juli 2022


Foto's en korte berichtjes vind je op de pagina Roadtrip Spanje