‘Doen we dit omdat we het leuk vinden?’ vraag ik mezelf af terwijl ik voor de derde keer de inhoud van mijn maag in een emmer leeg. We zijn nog maar net boven de eilanden en mijn lichaam protesteert al.
Onderweg van Harlingen naar Kristiansand, Noorwegen. Samen aan boord van El Galante, een 16 meter lang zeiljacht. Voorzien van windvaanstuurinrichting zodat we niet zestig uren om beurten hoeven sturen. Alleen betekent geen wind toch zelf sturen. Als de wind aanhaalt, breekt het roerblad van de stuurinrichting. Wederom zelf sturen. Dit is niet mijn definitie van leuk!
Na 52 uur op zee varen we het fjord bij Kristiansand in. Blij dat we er zijn. Trots plaats ik een foto op Facebook. Dit is wat anders dan onze gebruikelijke tochten op het Wad!
We genieten van warm water uit de kraan en lekkere koffie dankzij de walstroom.
De ontberingen vergeten we snel. We worden geïnterviewd door een Noorse krant als toerist van de week. En zetten vervolgens koers dieper het fjord in. Wauw! Wat een plaatje. Ook dat moet op Facebook.
’s Avonds is het stil. Heel stil. Zo stil dat je de stilte niet wilt verbreken. Immens stil. Het kukelekuu weerkaatst tussen de bergen. We horen een uil. Mensen zijn niet groter dan het topje van je pink. Zo groot is de afstand tot de kant. De enige zorg is of ons anker houdt (dat kost wederom een nacht rust).
Ik lees verhalen van zeilers. Zeilend begin jaren negentig van de vorige eeuw. Geen mail en geen smartphones. Met mijn ‘bundeltje op reis’ heb ik contact met mijn dochters. Ik bel zo nu en dan (al zit de jongste van bijna zestien daar beslist niet op te wachten), sms en plaats berichten op Facebook. Ben blij te weten dat mijn dochters onder dezelfde zon, maar dan bij de Kleine Wielen, liggen te verbranden.
We wandelen op een eilandje. Spreken een Nederlandse Noor. Vier maanden jong geëmigreerd naar Noorwegen en toch noemt hij Nederland als thuis. De ‘hutten’ op het eiland zijn allemaal van één familie. Grootvader vraagt zich ’s avonds af welke kant dat vliegtuig toch op vliegt. ‘Of zou het een helikopter zijn?’ ‘Nee, opa, dat is immers het ankerlicht van de boot in de baai.’
Op naar het thuisfront. We laten weten dat we vertrekken en weer een paar dagen onder zeil zijn met 350 zeemijl voor de boeg. De zon aan de hemel, de zee woest kolkend turen we naar de horizon om andere boten te ontdekken. Harde wind lijkt te wennen. Speelbal van de golven zijn niet. We klimmen omhoog en surfen naar beneden. Het samenspel van boot en golven is niet altijd zo gelukkig. Dan klimmen we omhoog en vallen genadeloos neer op het water.
Na drie etmalen ligt Harlingen er met opkomende zon prachtig bij. Toch wel trots op onze prestatie plaats ik een laatste foto op Facebook.
21 augustus 2012
Gerlinde Zoodsma