“Gaat het goed?”
Het is de vraag die wij elkaar om de haverklap stellen tijdens de ruim dertig uur op zee. De reis gaat van Zeebrugge naar Cherbourg. Na twee dagtochten is dit de eerste echt langere afstand met een nacht op zee.
De dag is prachtig. De beleving van alleen op zee, letterlijk een zee van ruimte om ons heen, is groots. Zeker met dit weer. De wind is gunstig, de zon zakt prachtig achter de horizon en steeds meer sterren komen tevoorschijn. Algen lichten op in de golven naast de boot. Wonderschoon.
De dag is prachtig maar de nacht is minder plezierig. De vraag of het goed gaat, komt vooral voort uit zorg. Zorg voor elkaar, zorg voor of alles wel oké is. Als er een schip aankomt in de verte kun je eerst niet goed inschatten welke kant het opvaart en ook niet hoe dicht je elkaar nadert. Het is één van die momenten dat ik binnen lig en Dreas mij roept. Compleet overdonderd en met super-sneltreinvaart probeer ik mezelf in mijn drijfoveral te hijsen. Niet te doen natuurlijk. Ik stuiter alle kanten op. Het schip vaart uiteindelijk op grote afstand langs ons.
Degene die binnen ligt, roept te vaak naar buiten ‘Gaat het goed?’ Steevast is het antwoord ‘Ja, hoor’. We kunnen niet goed ontspannen en dus ook niet goed genieten. Beide staan we op scherp en beide doen we nauwelijks een oog dicht. Ook omdat we, met de wind van achter, erg liggen te rollen op de golven maar we zijn zelf de grootste oorzaak van deze slapeloze nacht.
Lange afstanden zeilen vraagt om een goede reisvoorbereiding, goed uitgerust zijn en een gezonde portie durf. Eenmaal op zee en zeker in de nacht vraagt het om vertrouwen te hebben in elkaar en om te kunnen loslaten. Vertrouwen dat we elkaar op tijd roepen als er iets is. Vertrouwen ook dat we ons aan afspraken houden. Zoals altijd aangelijnd zijn buiten de kuip, ook bij rustiger weer en ’s nacht niet het dek op als de ander binnen ligt. Loslaten gaat vooral over het kunnen loslaten van de illusie dat we alles in de hand hebben, dat we alles onder controle hebben. Want dat is nu juist één van de mooie aspecten van het zeilen. We hebben niet alles onder controle. Het spel van de wind, de wolken en de golven kunnen wij niet beïnvloeden. Alleen de manier hoe we daar mee omgaan. Kunnen we het ondergaan of staan we stijf van de spanning? Nu was deze nacht nog niet eens erg afzien. Het was vooral spannend omdat het moest wennen.
Eigenlijk is het net als het leven zelf. Ook daar geldt zonder inspanning geen resultaat. Ook het leven gaat met pieken en dalen, alleen hebben we daar vaak nog langer de illusie dat we dingen wel naar onze hand kunnen zetten.
De nacht gaat over in weer een mooie dag. Het aanlopen van een vreemde haven blijft spannend maar uiteindelijk lopen we over de steiger en zeg ik tegen Dreas: ‘We zijn in Cherbourg en we zijn niet gebracht door een auto of een vliegtuig. We zijn hier op eigen kracht gekomen. Juist dat maakt het bijzonder.’
14 juli 2013
Gerlinde Zoodsma