Sommige mensen vinden het vreselijk. Ik snak juist naar stilte.
Weg van de stampende scheepsdiesels hier op de Westerschelde. Weg van alle motorische, mechanische geluiden. Een verlangen naar alleen maar geluiden van de natuur. Of gewoon helemaal stil. En zo beland ik in het Karmel klooster van Gent voor deelname aan stiltedagen.
Bij aankomst ligt op de kamer een folder met tekst over stilte; je kunt je stilte voorstellen als concentrische ringen, waarin we van omgevingsstilte en fysieke stilte, meer naar binnen gaan naar zintuiglijke stilte, psychische stilte, ideologische stilte en als diepste de religieuze, pure, goddelijke stilte.
Als ik dat lees, zie ik de gelijkenis met God.
In die zin is stilte, voor mij, synoniem met God, met Liefde.
Al een poos ben ik weer erg bezig met God. Ik dompel me, naast de stilte, daarom ook volledig onder in de dagorde van de paters en het hardop bidden.
De fysieke stilte doet me goed. Ik moet daarbij eerlijk zeggen dat Dreas en ik samen wel spreken. Dreas gaat drie van de vier dagen naar zijn werk en werkt nog een halve dag op de kamer. Aan boord, op doordeweekse dagen ben ik ook veel stil. Een tv hebben wij al vele jaren niet meer. Een radio ook niet. Heel soms luister ik iets op Spotify maar meestal is dat dan een inhoudelijke podcast of bijvoorbeeld iets met mantras.
De dagorde van de paters ervaar ik soms als ‘in de klok leven’, 7.30 uur ochtendgebeden, 12.00 uur middaggebeden, 18.15 uur eucharistie viering in de kerk, 19.00 uur avondgebeden en om 20.30 uur de dagsluiting, eindigend met het wonderschone zingen van Salve Regina door pater Lukas Martens.
Bewonderenswaardig is zijn toewijding, aandacht, zorg en inzet.
Het programma biedt voor ons deelnemers yoga in de ochtend en Karmelitaanse meditatie. De paters hebben nog twee keer een uur gebed in stilte maar dat laat ik deze keer.
De gebeden spreken mij inhoudelijk beslist niet altijd aan. De sfeer wel. Sommige teksten kan ik werkelijk niks mee. Andere, meer algemene teksten, voelen herkenbaar en waar. Die sluiten vooral aan bij mijn persoonlijk proces om als mens te groeien. Om te leren loslaten, om (mezelf) te leren accepteren, om als goed mens te leven.
In sommige stromingen verwoorden ze het groeiproces als het gaan van je zelf met een kleine letter z naar je Zelf met een hoofdletter Z. Je zelf met kleine letter, je ‘ego’, je persoonlijkheid minder belangrijk leren vinden. En de sluiers van onwetendheid dunner maken waardoor je ware Zelf, je hogere Zelf, de godsvonk in jezelf, of hoe je het ook maar wilt noemen, meer en meer zichtbaar wordt.
Het doet me denken aan de uitspraak van Swami Muktananda: “God dwells within you as you.”. En C.G. Jung schrijft in zijn autobiografie “Go not outside, truth dwells in the innerman.”.
Truth, Sat, Waarheid, Liefde, Stilte, God, … er zijn oneindig veel woorden waarmee mensen die diepe Bron een naam geven. Daar waar taal altijd tekort schiet, proberen we ons toch ook in taal uit te drukken. Voor de één is God een persoonlijke God, voor de ander een Zijns kwaliteit.
Temidden van Oost en West lees, leer, voel en zoek ik.
Het aanwezig mogen zijn, mogen deelnemen in het leven van de paters, het ritme in de dag, het meer tot inkeer komen, vult me met een gevoel van diepe dankbaarheid. Alleen al het bidden en danken voor de middagmaaltijd door pater Lukas doet me goed.
Naast stilte en dankbaarheid is er het besef van waar mijn aandacht naar toegaat in de dag.
Omgevingsstilte en fysieke stilte is nog te bewerkstelligen. Al kon ik tien jaar geleden niet eens stil liggen in eindontspanning na een yogales. Zintuigelijke stilte wordt al een ander verhaal. Kan ik, tussen de toeristen tijdens het ontbijt, mijn aandacht dichtbij mezelf houden? Kan ik alle prikkels van horen, ruiken, zien, voelen en proeven minder aandacht geven? Of wel aandacht geven maar tegelijkertijd dichtbij mezelf blijven? Eenmaal weer op de kamer, is het in wisselende mate druk in mijn hoofd. Op psychische stilte heb je nog minder invloed.
Mijn aandacht is vaak volledig in het dagelijks bewustzijn, in de dagelijkse activiteiten zonder nog contact te voelen met die diepe stille kern. De omgeving van het klooster en het dagritme deden me onderdompelen en meer in contact komen met die diepe stille kern die in mij is en altijd zal zijn. In de loop van de dagen verstilde ik steeds een beetje meer. Een weldadig gevoel. Met veel momenten van diepe dankbaarheid.
Terug aan boord, tijdens de ochtendmeditatie, besef ik me; alles komt en gaat in stilte. Krijsende meeuwen, de koelkast die aanslaat, een schip wat zich aandient. Sommige geluiden komen en gaan langzaam. Andere geluiden zijn abrupter.
Om in die diepe ware stilte te zijn en te kunnen blijven, eenmaal weer temidden van het gewone dagritme, de industriële omgeving en de stampende scheepsdiesels, is werkelijk nog een hele uitdaging.
www.karmel.be / www.hetrustpunt.com